Russische literatuur

Andrej Bitov, Het Poesjkinhuis (Poesjkinski Dom, 1978). Vertaald door Aai Prins en Gerard Rasch, Amsterdam, Bert Bakker, 1989.

Andrej Bitov, Monachovs vlucht (Oeletajoesjtsji Monachov, 1990). Vertaald door Aai Prins en Gerard Rasch, Bert Bakker, 1991.

Andrej Bitov, Leven in weer en wind (Žizn’ vetrenuju pogodu, 1989). Bert Bakker, 1992.

Joeri Dombrovski, Bewaarder van oudheden (Chranitel drevnostej, 1964). Bert Bakker, 1993.

Joeri Dombrovski, De faculteit van de onnodige kennis (Fakoeltet nenoezjnych vesjtsjej, 1993). Vertaald en met noten en een nawoord voorzien door Aai Prins en Gerard Rasch, Meulenhoff, 2002. (De vertaling werd mede gefinancierd met het bedrag van de Martinus Nijhoff-prijs).

Anatoli Pristavkin, Koekoeksjongen of treurlied tot troost van het hart (Koekoesjata, (oorspr: Pravda, Moskva), Paris, 1991). De Prom, 1994.

Anatoli Rybakov, Kinderen van de Arbat (Deti Arbata, 1987). Vertaald door Aai Prins, Gerard Rasch, Frans Stapert en Maya de Vries, Bert Bakker, 1988.

Anatoli Rybakov, 1935 en volgende jaren (Tridtsat pjaty i droegije gody, Sovetski Pisatel, 1989). Vertaald door Aai Prins en Gerard Rasch, Bert Bakker, 1990.

Anatoli Rybakov, Angst (Strach, 1990). Vertaald door Aai Prins en Gerard Rasch, Bert Bakker, 1992.

Waarde kameraad – brieven en telegrammen aan Pavel Litvinov december 1967- mei 1968, verzameld en van aantekeningen voorzien door Karel van het Reve. De documenten werden uit het Russisch vertaald door Arhur Langeveld, Rob Lut, Gerard Rasch en Willem Vermeer, De Arbeiderspers, 1969.